De kattendans
(2001) 5 dames, 2 heren, 4 dierenrollen (M/V), 1 (of
meer) verteller(s), eventueel een koortje; 30 - 35 min. (als
toneelspel); 45 - 50 min. (als musical).
"Op een gegeven ogenblik zag hij in de hei vier katten poot aan poot
dansen en ze zongen en miauwden, dat het een leven en een lust was.
Tussen de regels verstond hij bij herhaling: Nichje heeft een stiklijf
aan, Het is gestikt van zuivere zijde." (P.N. Panken: Spokerijen in de
Kempen)
Jan Prinsen keert 's avonds laat uit de herberg terug naar huis, over de Bergerheide en langs de "Kattenberg" in Bergeijk.
In de herberg worden griezelverhalen verteld over heksen, die zich kunnen veranderen in katten.
Maar dat is volgens Jan "ammaol zwets en zever".
Op de hei is hij echter getuige van een echte kattendans! De dansende katten bieden hem zelfs te drinken aan uit een zilveren bokaal!
De oude legende, waaraan het Bergeijkse theater zijn naam "De Kattendans" ontleende.
(Brabants dialect)